anbauen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  anbauen    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈanbauən /
Woordafbreking
  • an·bau·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Duitse woord  bauen ww  bouwen met het voorvoegsel an-
Naar frequentie zeldzaam
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
anbauen
baute an
angebaut
Klasse 4 sterk volledig hulpwerkwoord: haben

Werkwoord

anbauen

  1. overgankelijk, (bouwkunde) aanbouwen, (een gebouw) uitbreiden
  2. overgankelijk, (landbouw), (tuinieren) aanbouwen, planten (bijv. van aardappelen, tarwe, hennep enz.)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.