anderhalvemetereconomie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: anderhalvemetereconomie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·der·hal·ve·me·ter·eco·no·mie
Woordherkomst en -opbouw
- * afleiding van samenleving met het voorvoegsel anderhalvemeter-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anderhalvemetereconomie | anderhalvemetereconomieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de anderhalvemetereconomie v
- (economie) een economie waarin werknemers en beroepsbeoefenaars zo veel mogelijk anderhalve meter afstand houden om verspreiding van een besmettelijke ziekte te voorkomen; in gebruik geraakt na de uitbraak van het Covid-19-coronavirus
- ▸ Om de beurt naar de stokstaartjes kijken, en andere ideeën voor een anderhalvemetereconomie.[1]
Verwante begrippen
- anderhalvemetermaatschappij, anderhalvemeterpolitie, anderhalvemetersamenleving, anderhalvemeterwoordenboek
Gangbaarheid
- Het woord anderhalvemetereconomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Mac van Dinther, David van Meggelen“Om de beurt naar de stokstaartjes kijken, en andere ideeën voor een anderhalvemetereconomie” (17 april 2020), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.