samenleving
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenleving (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsamənˌlevɪŋ / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- sa·men·le·ving
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van samenleven met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samenleving | samenlevingen |
verkleinwoord | samenlevinkje | samenlevinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de samenleving v
- (sociologie) een bevolking die een sociaal geheel vormt
- De samenleving moet niet door misdaad beheerst worden.
- “Als ik in Nederland zie hoeveel sociale-huurwoningen er zijn, hoeveel sociale zekerheid er is, hoeveel publieke fora er voor debat zijn, dan stemt dat mij hoopvol dat er andere samenlevingen mogelijk zijn dan de Amerikaanse” [1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- samenlevingsbevestiging, samenlevingscontract, samenlevingsmodel, samenlevingsopbouw, samenlevingsovereenkomst, samenlevingsregister, samenlevingsstructuur, samenlevingsverband, samenlevingsvorm
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord samenleving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "samenleving" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ www.parool.nl (24 jan 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.