angelusklok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  angelusklok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·ge·lus·klok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord angelusklok angelusklokken
verkleinwoord angelusklokje angelusklokjes

Zelfstandig naamwoord

deangelusklokv/m

  1. (religie) (muziek) de kleinste klok van het gelui (aantal klokken) van een rooms-katholiek kerkelijk gebouw
     FOTO - Oude angelusklok terug bij nieuw Huize Franciscus[1]

Gangbaarheid

  • Het woord angelusklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “FOTO - Oude angelusklok terug bij nieuw Huize Franciscus” (22-12-2007), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.