animateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  animateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ani·ma·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord animateur animateurs
verkleinwoord animateurtje animateurtjes

Zelfstandig naamwoord

deanimateurm

  1. gangmaker
  2. (beroep) iemand die bezoekers van een evenement bij wijze van ontspanning bezighoudt
Verwante begrippen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord animateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.