anode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ano·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘positieve elektrode’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
  • uit het Grieks[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord anode anoden
anodes
verkleinwoord anodetje anodetjes

Zelfstandig naamwoord

deanodev

  1. (scheikunde) (natuurkunde) de elektrode waarlangs elektronen het elektrolyt verlaten
    • Aan een anode vindt een oxidatie plaats. 
  2. (elektronica) in een radiobuis de positief geladen plaat die de elektronen ontvangt
Antoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord anode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
anode anodes

Zelfstandig naamwoord

anode

  1. (scheikunde) anode
Antoniemen
  • cathode
Hyperoniemen
  • electrode
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.