antigif

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  antigif    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·ti·gif
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van gif met het voorvoegsel anti-
enkelvoud meervoud
naamwoord antigif antigiffen
verkleinwoord antigifje antigifjes

Zelfstandig naamwoord

hetantigifo

  1. (medisch) een substantie die de werking van een giftige stof in het (menselijk) lichaam kan neutraliseren, vertragen, of verzwakken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord antigif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.