antisemiet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: antisemiet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·ti·se·miet
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | antisemiet | antisemieten |
| verkleinwoord | antisemietje | antisemietjes |
Zelfstandig naamwoord
de antisemiet m
- iemand die een hekel heeft aan joden
- ▸ Wat misschien een beetje vreemd overkwam, omdat er door iedereen zo naar uit was gekeken, zowel door de antisemieten als door de joden zelf.[2]
Synoniemen
- jodenhater
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord antisemiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antisemiet" herkend door:
| 93 % | van de Nederlanders; |
| 90 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ antisemiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.