apologeet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apologeet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌapoloˈɣet/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • apo·lo·geet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apologeet apologeten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deapologeetm

  1. (religie) verdediger van de leer van het christendom in de 2e en 3e eeuw tegen de aanklachten vanwege het paganisme en het jodendom
  2. schrijver van een apologie
    • In die tijd waren er wel meer zogenaamde fellow travellers, Westerse intellectuelen die gruwelijk blind bleven voor de terreur van Stalin, omdat ze zo hard wilden geloven in het communistische experiment. Het waren de tragische apologeten van Stalin. [2] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord apologeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.