appelkoos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appelkoos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pel·koos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appelkoos appelkozen
verkleinwoord appelkoosje appelkoosjes

Zelfstandig naamwoord

appelkoos [2]

  1. (plantkunde) (verouderd) abrikoos
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'appelkoos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.