abrikoos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abrikoos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌabriˈkos/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • abri·koos
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans abricots (abrikozen) dat geïnterpreteerd is als een enkelvoudige vorm, in de betekenis van ‘vrucht’ aangetroffen vanaf 1625 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord abrikoos abrikozen
verkleinwoord abrikoosje abrikoosjes

Zelfstandig naamwoord

deabrikoosv/m

  1. (fruit) vrucht van de boom Prunus armeniaca 
    • Abrikozen smaken heerlijk door de yoghurt. 

deabrikoosm

  1. (bloemplanten) bepaald soort boom, Prunus armeniaca . Er bestaan soortkruisingen tussen de abrikoos en de Japanse pruim. Deze soortkruisingen kregen namen als plumcot, aprium en pluot
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord abrikoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.