apsis

Niet te verwarren met: abscis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apsis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑpsɪs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ap·sis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apsis apsissen
verkleinwoord apsisje apsisjes

Zelfstandig naamwoord

deapsisv

  1. halfronde uitbouw die het koor van een kerk afsluit
    • Ik kon het woord "apsis" echt niet terugvinden in het woordenboek, mevrouw. 
Schrijfwijzen
  • absis (variant in de officiële spelling tot 1996)
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord apsis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.