arbeidskundige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arbeidskundige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·beids·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidskundige arbeidskundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearbeidskundigev/m

  1. (beroep) persoon die kennis heeft over arbeid en de belasting die dat veroorzaakt bij werkenden
     Harmelink (64) is arbeidskundige bij het UWV. Hij heeft ruime bestuurlijke ervaring. In 1986 werd hij voor het eerst gekozen in de gemeenteraad. Hij was een periode wethouder in Tubbergen en daarnaast is hij acht jaar Statenlid geweest voor de sociaaldemocraten. „Ik ben 35 jaar actief geweest voor de PvdA en zou het natuurlijk zonde vinden wanneer de partij uit de raad zou verdwijnen.”[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
  • arbeidskunde

Gangbaarheid

  • Het woord arbeidskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Het is gelukt: PvdA Tubbergen heeft op tijd twee nieuwe raadsleden gevonden” (09-08-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.