artisanaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  artisanaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑrtisaˈnat/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ar·ti·sa·naat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord artisanaat
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetartisanaato

  1. ambacht, vak, beroep
     Wij krijgen steeds meer vragen om projecten in toerisme en aanverwante sectoren (landbouw, handel, artisanaat) te steunen. Totnogtoe konden we daar geen afdoend antwoord op bieden. Als je dat degelijk wilt doen, moet je het ook academisch onderbouwen. We zijn daarom op zoek gegaan naar een structurele partner. Dat is de KU Leuven geworden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord artisanaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Erik Brusten
    “Centrum voor Intercultureel Duurzaam ondernemen aan KUL” (05/12/2005), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.