assimilatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assimilatie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑsimiˈla(t)si/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • as·si·mi·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans assimilation, op te vatten als naamwoord van handeling van assimileren met het achtervoegsel -atie, in de betekenis van ‘gelijkmaking’ aangetroffen vanaf 1658 [1] [2] [3]
    • [4] uit het werk van de Zwitserse 20e eeuwse psycholoog C.G. Jung
enkelvoud meervoud
naamwoord assimilatie assimilaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deassimilatiev

  1. (taalkunde) gehele of gedeeltelijke gelijkwording van twee aangrenzende of naburige klanken
  2. (biologie) proces van omzetting van voedingsstoffen in organisch weefsel
  3. (sociologie) geleidelijk helemaal opgaan in een nieuw milieu van individuen en groepen
  4. (psychologie) in de jungiaanse psychologie de integratie van onbewuste inhouden in het bewustzijn door middel van actieve verbeelding
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord assimilatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.