assurant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assurant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·su·rant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assurant | assuranten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de assurant m
- iemand die assureert (iets tegen schade verzekert)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'assurant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Frans
Werkwoord
assurant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van assurer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.