-ant
Nederlands
Huidig bestand |
---|
108 |
Uitspraak
- Geluid: -ant (hulp, bestand)
- IPA: /ɑnt/
Woordafbreking
- -ant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | -ant | -anten |
verkleinwoord | -antje | -antjes |
Achtervoegsel
-ant m
- vormt toegevoegd aan de stam van werkwoorden op -eren een zelfstandig naamwoord dat aangeeft waardoor de handeling die het werkwoord uitdrukt wordt verricht
Verwante begrippen
- uitbreiding met het achtervoegsel -e kan worden gebruikt om aan te geven dat het om een vrouwelijk persoon gaat
Afgeleide begrippen
+ woorden gevormd met dit achtervoegsel die nog moeten worden toegevoegd:
- arbitrageant, dissimilant, preparant, remplacant
Gangbaarheid
- Het woord '-ant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɑ̃/
Woordafbreking
- -ant
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Latijn -antem, resp. -entem, 4e nv. van -ans, resp. -ens.[1]
Achtervoegsel
-ant m
- vormt tegenwoordige deelwoorden, bijv. en mangeant 'etend'.
- vormt bijvoeglijke naamwoorden, afgeleid van het tegenwoordige deelword in -ant, bijv. une musique dansante v 'dansmuziek, muziek om op te dansen', des propos troublants mv 'verontrustende woorden, uitspraken (in een gesprek, conversatie)'
- vormt persoonsnamen of beroepsnamen van werkwoorden, bijv. soignant 'verzorger, verpleger' (soigner 'verzorgen, verplegen'), enseignant 'docent, onderwijzer' (enseigner 'doceren, onderwijzer').
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.