atol

Nederlands

.

Uitspraak
  • Geluid:  atol    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • atol
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Maledivisch, in de betekenis van ‘koraaleiland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1849 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord atol atollen
verkleinwoord atolletje atolletjes

Zelfstandig naamwoord

atol v/m en o

  1. (aardrijkskunde) een ringvormig koraaleiland
    • De schipbreukelingen spoelden aan op het afgelegen atol. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord atol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.