atv

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  atv    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘arbeidstijdverkorting’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1987 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord atv -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deatvv

  1. (afkorting) arbeidstijdverkorting
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • ATV-richtlijn, atv-dag, atv-omroepen

Gangbaarheid

  • Het woord atv staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.