auscultatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  auscultatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aus·cul·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het beluisteren van de inwendige organen’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
  • Naamwoord van handeling van ausculteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord auscultatie auscultaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deauscultatiev [3]

  1. (medisch) luisteren naar lichaamsgeruis van bijv. hart of longen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord auscultatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.