autoluw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autoluw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑutoˈlyw/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɑʊ̯toˌlyβ̞/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔʊ̯toˌlyβ̞/
Woordafbreking
  • au·to·luw
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen autoluwautoluwerautoluwst
verbogen autoluweautoluwereautoluwste
partitief autoluwsautoluwers-

Bijvoeglijk naamwoord

autoluw

  1. (verkeer) met relatief weinig auto's
    • Omdat ze de straat niet helemaal autovrij konden maken, is die nu autoluw geworden. 
Afgeleide begrippen
  • autoluwte
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord autoluw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.