autovrij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autovrij    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑutoˈvrɛi/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɑʊ̯toˌvrɛɪ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔʊ̯toˌvrɛː/
Woordafbreking
  • au·to·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen autovrijautovrijerautovrijst
verbogen autovrijeautovrijereautovrijste
partitief autovrijsautovrijers-

Bijvoeglijk naamwoord

autovrij

  1. (verkeer) zonder auto's
    • Omdat ze de straat niet helemaal autovrij konden maken, is die nu autoluw geworden. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord autovrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.