autopsie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autopsie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·top·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lijkschouwing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord autopsie autopsies
autopsieën
verkleinwoord autopsietje autopsietjes

Zelfstandig naamwoord

deautopsiev

  1. een lijkschouwing
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord autopsie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.