aviatrice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aviatrice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • avia·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aviatrice aviatrices
verkleinwoord aviatricetje aviatricetjes

Zelfstandig naamwoord

deaviatricev

Gangbaarheid

  • Het woord 'aviatrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
35 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.