avifauna

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avifauna    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • avi·fau·na
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vogelwereld’ voor het eerst aangetroffen in 1904 [1]
  • afgeleid van fauna met het voorvoegsel avi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord avifauna avifauna's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deavifaunav/m [3]

  1. vogelwereld

Gangbaarheid

  • Het woord avifauna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.