avondtrein
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: avondtrein (hulp, bestand)
Woordafbreking
- avond·trein
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van avond zn en trein zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondtrein | avondtreinen |
verkleinwoord | avondtreintje | avondtreintjes |
Zelfstandig naamwoord
de avondtrein m
- een treinreis in de avonduren
- ▸ Neef Eric en zijzelf namen de laatste avondtrein naar Stockholm.[2]
- ▸ Arriva rijdt vanuit de Friese hoofdstad naar Harlingen, Stavoren, Sneek en Groningen. Op die lijnen worden tijdens de actie extra treinstellen ingezet. Daarnaast rijdt er op zondag, maandag en dinsdag een extra avondtrein naar Stavoren.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'avondtrein' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron “Extra treinen voor Serious Request” (Vrijdag 20 december 2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.