båndmål
Noors
Uitspraak
- IPA: / ˈbɔnmoːl /
Woordafbreking
- bånd·mål
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
- Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden bånd en mål
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | båndmål | båndmålet | båndmål | båndmåla båndmålene |
genitief | båndmåls | båndmålets | båndmåls | båndmålas båndmålenes |
Zelfstandig naamwoord
båndmål, o
- (gereedschap) meetlint, meetband, maatband
Synoniemen
- målebånd
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
båndmål, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van båndmål
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.