bærtid

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /bæːɾtiːd/
Woordafbreking
  • bær·tid
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bærtid m / v

  1. bessentijd
    «Det er høysommer og endelig er det bærtid.»
    Het is hoogzomer en eindelijk is het bessentijd.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bærtid     m: bærtiden
v: bærtida  		   bærtider     bærtidene  
genitief   bærtids     m: bærtidens
v: bærtidas  		   bærtiders     bærtidenes  
Verwante begrippen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /bæːɾtiːd/
Woordafbreking
  • bær·tid
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bærtid v

  1. bessentijd
Verbuiging
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bærtid     bærtida     bærtider     bærtidene  
genitief   bærtids         bærtiders      
v
bijvorm		 enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief       bærtidi              
genitief                        
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.