babbelpraat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: babbelpraat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bab·bel·praat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van babbel zn en praat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babbelpraat | |
verkleinwoord | babbelpraatje | babbelpraatjes |
Zelfstandig naamwoord
de babbelpraat m
- inhoudsloos geklets
- geklets over iemands gedrag en handelen
Synoniemen
- [1] kletspraatje, gekeuvel, causerie, borrelpraat
- [2] geroddel
Gangbaarheid
- Het woord 'babbelpraat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.