geroddel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geroddel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·rod·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geroddel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeroddelo

  1. aan houdend roddelen en kwaadspreken
    • Hier ben ik! Overlaad me maar opnieuw met al uw klachten, uw geroddel. Uw verdachten, uw verwijten, uw betichten. De argumenten die uw zaak moeten verzachten en uw straf moeten verlichten. Geef hier, mon Dieu! Ik stel me voor ze open, allemaal. Ik neem ze aan en neem ze au sérieux. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord geroddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.