badkamervloer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  badkamervloer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑtkamərˈvlur/
Woordafbreking
  • bad·ka·mer·vloer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badkamervloer badkamervloeren
verkleinwoord badkamervloertje badkamervloertjes

Zelfstandig naamwoord

debadkamervloerm

  1. bodem van het vertrek waar men zich kan wassen, meestal met tegels of ander waterbestendig materiaal afgewerkt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord badkamervloer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.