badstof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  badstof    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bad·stof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badstof
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debadstofv/m

  1. ruwe stof om je af te drogen na het baden, een katoenen weefsel, waarbij kettingdraden tot lussen zijn gevormd
    • De handdoek is gemaakt van badstof 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen badstof
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

badstof

  1. gemaakt van badstof
    • De badstof handdoek droogde goed af. 

Gangbaarheid

  • Het woord badstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.