baggeraar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: baggeraar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bag·ge·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baggeraar | baggeraars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de baggeraar m
- (beroep) iemand die zich met baggerwerk bezighoudt
Gangbaarheid
- Het woord baggeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baggeraar" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.