bahco

Niet te verwarren met: baco

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bahco    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbako/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bah·co
Woordherkomst en -opbouw
  • van de Zweedse merknaam Bahco een verkorting van B.A. Hjorth & Co, waaronder dit gereedschap voor het eerst op de markt kwam, in de betekenis van ‘Engelse sleutel’ voor het eerst aangetroffen in 1994 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bahco bahco's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debahcom

  1. (gereedschap) dankzij een schroefdraad verstelbare steeksleutel
    • Eigenlijk moet je nooit een bahco gebruiken, iedere moer krijg je ermee kapot en geen enkele moer krijg je ermee los. 
     Zoals de domme man betaamt begon ik om halfnegen 's avonds dan maar eindelijk eens onze oude wc te repareren. Om half tien had ik steeksleutel negentien nodig. Even kijken: vijftien, zestien, dan maar een bahco, te klein, past ook niet. (…) Om half één draai ik toch maar met een waterpomptang een vijftig jaar oude moer helemaal rond en bekijk ik woedend m'n geschaafde knokkels.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord bahco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
4 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.