bakfietsgezin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakfietsgezin    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bak·fiets·ge·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakfietsgezin bakfietsgezinnen
verkleinwoord bakfietsgezinnetje bakfietsgezinnetjes

Zelfstandig naamwoord

hetbakfietsgezino

  1. gezin waar men de kinderen in een bakfiets vervoert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bakfietsgezin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.