bakzeil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakzeil    (hulp, bestand)
  • IPA: /'bɑksɛɪl/
Woordafbreking
  • bak·zeil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakzeil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbakzeilo

  1. een zeil dat aan bakboord gevoerd wordt, en dat de schipper verplicht voorrang te verlenen
    • Hij moest bakzeil halen. 
    «Hij zag zich gedwongen (toch) de tegenpartij voor te laten gaan»
Afgeleide begrippen
  • bakzeilhalen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Bakzeil halen
moeten toegeven

Gangbaarheid

  • Het woord bakzeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.