balansdag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  balansdag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·lans·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord balansdag balansdagen
verkleinwoord balansdagje balansdagjes

Zelfstandig naamwoord

debalansdagm

  1. een dag dat je minder eet om een dag dat je te veel hebt gegeten te compenseren
    • Na de feestdagen was een balansdag onvoldoende, ik heb wel een balansmaand nodig! 

Gangbaarheid

  • Het woord balansdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.