bandenplak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bandenplak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ban·den·plak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bandenplak
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debandenplakv/m

  1. (fietsen) middel waarmee men een plakker op het gaatje van een lekke binnenband kan plakken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bandenplak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.