bangmaker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bangmaker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bang·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bang zn en maker zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bangmaker | bangmakers |
verkleinwoord | bangmakertje | bangmakertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bangmaker m
- iets of iemand die anderen bang maakt zonder dat dat reden voor is
- ▸ Toen hij in december hogere energiekosten voor de consument berekende, werd hij weggezet als bangmaker. Nu blijkt Ben Woldring van vergelijkingssite Gaslicht.com gelijk te hebben. Hij blikt terug op de discussie over de energiekosten.[2]
- fictief personage dat wordt gebruikt om kinderen angst aan te jagen
Synoniemen
- [2] kinderschrik
Gangbaarheid
- Het woord 'bangmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zijn vergelijkingssites tegenwoordig betrouwbaarder dan het PBL?” (Vrijdag 22 februari 2019, 18:19), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.