bankbed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bankbed    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑŋɡbɛt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bank·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankbed bankbedden
verkleinwoord bankbedje bankbedjes

Zelfstandig naamwoord

hetbankbedo

  1. (meubel) bed dat eenvoudig tot zitbank kan worden omgebouwd
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bankbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.