bankemployé

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bankemployé    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑŋkɑ̃plwɑˌje/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bank·em·ployé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankemployé bankemployés
verkleinwoord bankemployeetje bankemployeetjes

Zelfstandig naamwoord

debankemployém

  1. (beroep) persoon die werkt voor een bedrijf dat geld beheert en uitleent
     Aanvankelijk leek de loopbaan van Ekel een heel andere kant uit te gaan. Na een studie aan de handelsschool ging hij aan de slag als kantoorbediende, bankemployé en ambtenaar op een arbeidsbureau.[1]
     Een van de vastzittende bezoekers is de Berlijnse bankemployé Nabel El Shorafa. Hij kwam half oktober met zijn twee zoons over voor familiebezoek. Het was de bedoeling op 29 oktober weer huiswaarts te keren. 'Wij kunnen er niet uit, ik voel mij machteloos', aldus de bankbediende tegen persbureau DPA.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bankemployé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Acteur Piet Ekel 'Malle Pietje' uit Swiebertje overleden” (28 juni 2012), Tubantia
  2. Weblink bron “Duizenden mensen vast in Gazastrook” (3 november 2014), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.