bantam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bantam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ban·tam
Woordherkomst en -opbouw
  • vernoemd naar de provincie Bantam in Indonesië [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bantam bantammer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debantamm

  1. vechtlustige kip
  2. (figuurlijk) knokker, ruziezoeker, messentrekker
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bantam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.