barcode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  barcode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bar·co·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘streepjescode’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • Engels leenwoord
enkelvoud meervoud
naamwoord barcode barcodes
verkleinwoord barcodetje barcodetjes

Zelfstandig naamwoord

debarcodem

  1. (informatica) een op artikelen, verpakkingen afgedrukte reeks smalle en brede streepjes waarmee in gecodeerde vorm productinformatie is vastgelegd die met een scanner kan worden gelezen
    • Bij de kassa wordt de barcode van elk artikel gescand. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord barcode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
barcode barcodes

Zelfstandig naamwoord

barcode

  1. (informatica) barcode
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.