bareel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bareel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·reel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bareel barelen
verkleinwoord bareeltje bareeltjes

Zelfstandig naamwoord

debareelm

  1. slagboom
    • De bromfietser reed langs de bareel en werd door de trein gegrepen. 
  2. hekvormige afsluiting van een spoorwegovergang
Synoniemen
  1. tolhek, spoorwegboom, dranghek
Hyponiemen
  • dooibareel
Afgeleide begrippen
  • bareelwachter

Gangbaarheid

  • Het woord bareel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.