basispunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basispunt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·sis·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basispunt basispunten
verkleinwoord basispuntje basispuntjes

Zelfstandig naamwoord

hetbasispunto

  1. (wiskunde) een honderdste deel van een procent/procentpunt, weergegeven met symbool .
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basispunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.