basisregel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basisregel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·sis·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisregel basisregels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debasisregelm

  1. elementaire regel (de beginselen of grondslagen betreffend)
    • Maar de allersimpelste manier om duurzamer te eten zonder je gek te laten maken, bestaat uit drie basisregels: „Minder vlees eten, nergens te veel van en minder verspillen.”[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord basisregel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.