basketballen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basketballen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·ket·bal·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
basketballen
basketbalde
gebasketbald
zwak -d volledig

Werkwoord

basketballen

  1. (sport) onovergankelijk basketbal spelen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

debasketballenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord basketbal

Gangbaarheid

  • Het woord basketballen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.