bedekking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedekking    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈdɛkɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·dek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedekking bedekkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debedekkingv

  1. het bedekken van iets
    • Een volledige bedekking van het gezicht zou volgens Merkel verboden moeten worden “waar dat juridisch mogelijk is”. [2] 
  2. datgene waarmee bedekt wordt
    • De boerderij had riet als dakbedekking. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Christiaan Paauwe 6 december 2016
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.