cover

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cover    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔvər/
Woordafbreking
  • co·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoes’ voor het eerst aangetroffen in 1969 [1]
  • van Engels cover [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cover covers
verkleinwoord covertje covertjes

Zelfstandig naamwoord

cover m o [3]

  1. omslag van een boek, cd of tijdschrift
    • Wie staat er deze week op de cover van de Times. 
     Verder speculeren was zinloos, omdat zijn kennis hiervan ophield bij de cover van modetijdschriften die bij de huisarts of tandarts lagen.[4]
  2. platenhoes
    • De cover van Sgt. Pepper's Lonely Heartclub Band is haast nog beroemder dan de plaat zelf 
  3. (muziek) nieuwe versie van een al langer bestaand lied, meestal ook gemaakt door een andere artiest
    • De band speelt vooral covers op bruiloften en partijen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
coveren

cover

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coveren
    • Ik cover. 
  2. gebiedende wijs van coveren
    • Cover! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coveren
    • Cover je? 

Gangbaarheid

  • Het woord cover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  cover (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkʌvə/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelengelse woord coveren, dat van het Oudfranse woord covrir komt, dat weer van het Latijnse werkwoord cooperire (bedekken) komt.
Naar frequentie 546 (werkwoord)
vervoeging
onbepaalde wijs to  cover 
he/she/it  covers 
verleden tijd  covered 
voltooid
deelwoord
 covered 
onvoltooid
deelwoord
 covering 
gebiedende wijs  cover 

Werkwoord

cover

  1. overgankelijk bedekken, toedekken
    «He covered her with a blanket.»
    Hij dekte haar toe met een deken.
  2. overgankelijk afdekken
    «To reheat the meal, cover and place in the microwave.»
    Om de maaltijd op te warmen, dek hem af en plaats hem in de magnetron.
  3. overgankelijk dekken
  4. overgankelijk afleggen
  5. overgankelijk zich uitstrekken over
  6. overgankelijk onder schot houden
  7. (media) rapporteren, verslaan, in het nieuws brengen
    «They decided not to cover the burning of corans.»
    Ze besloten het verbranden van korans niet in het nieuws te brengen.
Antoniemen
  • [1]: uncover
Afgeleide begrippen
Naar frequentie 1674 (naamwoord)
enkelvoud meervoud
cover covers

Zelfstandig naamwoord

cover

  1. bedekking, deksel
  2. dekking
  3. (media) titelblad
Afgeleide begrippen
  • [3]: cover story
  • [3]: cover-girl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.