bedilzuchtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedilzuchtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·dil·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bedilzucht met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bedilzuchtig | bedilzuchtiger | bedilzuchtigst |
verbogen | bedilzuchtige | bedilzuchtigere | bedilzuchtigste |
partitief | bedilzuchtigs | bedilzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bedilzuchtig [1]
- de neiging tot bedillen hebbend
Synoniemen
- bedillerig, kleingeestig, vitzuchtig
Gangbaarheid
- Het woord bedilzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.